Hier onder vind je de lijst met bevoegdheden en wetsartikel. Wil je wetsartikel vinden? Gebruik dan de zoek machine hier boven. zo kan je ze makkelijk vinden en staat er uitgelegt wat je kan toepassen.
De boa Openbaar Vervoer is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.
1. Algemene plaatselijke verordeningen, voor zover deze verordeningen samenhangen met het vervoer van personen en voor zover de boa is aangewezen door het bevoegd gezag;
2. Besluit personenvervoer 2000;
3. Artikelen 15a lid 1 en lid 2, 23 lid 1 sub a, b en e, 62 juncto bord C1, C11, C12, C13, C14, C15, C16 en C17, 24 lid 1 sub b, 62 juncto 71 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
4. Spoorwegwet;
5. Artikel 5 Wegenverkeerswet 1994;
6. Wet lokaal spoor;
7. Wet personenvervoer 2000;
8. Artikelen 141, 157, 184, 184a, 185, 225, 254b, 266 juncto 267, eerste lid, onder 2°, 310, 311, 350, 416, 424, 426, 435, onder 4°, 447e en 461 Wetboek van Strafrecht;
8a. Artikel 443 Wetboek van Strafrecht, voor zover het gaat om overtreding van een noodverordening die of een noodbevel dat verband houdt met het COVID-19-virus;
8b. Artikelen 177, 179, 180, 181, 182, 284, 285, 300 juncto 304 eerste lid onder 3° Wetboek van Strafrecht, voor zover het gaat om de eigen veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar;
9. Andere strafbare feiten, indien hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek of voor een concreet project door een officier van justitie wordt belast voor de duur van dat onderzoek of project;
10. Hoofdstuk Va Wet publieke gezondheid, met uitzondering van artikel 58j, eerste lid, onder f.
Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf 4.1 Veilige publieke taak.